Blog, Cultuur, Nederlanders in Florence

Spellen, spellen en nog eens spellen

“Nome e cognome?” Vraagt de dame aan de andere kant van de telefoon. “Daar gaan we weer”, denk ik. Nome: Livorno, Imola, Empoli, Salerno, Bologna, Empoli, Torino, H di hotel. Cognome: H di hotel, Otranto, Genova, Empoli, Roma, Bologna, Roma, Udine, Genova, Genova, Empoli.
“Oh…”, zegt ze enigszins ontdaan en ik hoop dat ze er voldoende van gebakken heeft om mijn afspraak te verzekeren.

Ik heet Liesbeth Hogerbrugge en mijn achternaam ligt met z’n meerdere G’s internationaal gewoon niet lekker in het gehoor en Italianen hebben dan ook geen idee hoe ze al die rare keelklanken correct gespeld op papier of in de computer moeten krijgen. Zelfs niet als ik het met een fonetische versie van mijn naam probeer.

Het is dus altijd spellen geblazen als ik ergens een afspraak moet maken. Aan de balie trek ik mijn identiteitskaart te voorschijn met de woorden “dat zal ik u even laten zien” als er om mijn naam gevraagd wordt, maar aan de telefoon moet ik de halve topografie van Italië doornemen om duidelijk te maken hoe ik heet, want men spelt hier met plaatsnamen. Behalve voor de H (Hotel), J (Jolly) en Q (Quaderno). De K, W, X, Y en Z wijzen zich vanzelf wel door hun uitspraak, maar die letters komen nou net weer niet in mijn naam voor.

Ze kunnen Hogerbrugge niet spellen en al helemaal niet uitspreken. Als de arts vertwijfeld turend op de afsprakenlijst de wachtkamer binnen komt, groeit bij mij het sterke vermoeden dat ik wel eens aan de beurt zou kunnen zijn. “Odjer…..”. Zodra de eerste lettergrepen er totaal Italiaans verbasterd uit zijn, verlos ik de dokter uit zijn/haar lijden door “Sono io”, te roepen. Mijn mededogen wordt beloond met een blik van opluchting en voordat de deur van de behandelkamer gesloten is, zijn we al in gesprek over mijn afkomst.

Dat mijn achternaam in Italië voor problemen zou gaan zorgen was vanaf het begin wel duidelijk, maar ik had betere hoop voor Liesbeth want dat is immers een afgeleide van Elisabeth oftewel het hun welbekende Elisabetta. Het bleek minder vanzelfsprekend als ik had gedacht. Niemand begreep mijn naam en al snel noemde ik mijzelf op het werk Elisabetta, dat bespaarde een hoop ellende met klanten. Ik werkte destijds in de winkel van mijn vriend en daar ontdekte ik hoe groot de verwarring was bij het horen van mijn naam, toen iemand van de winkel naast ons een envelop voor me afgaf waar “Isped” opgeschreven was. Minutenlang heb ik met het papier in mijn handen gestaan voordat het tot me doordrong dat het aan mij gericht was. We kenden elkaar al een hele tijd, maar ze had mijn naam alleen gehoord en nooit geschreven gezien en dat leidde tot een verbastering die in mijn 18 jaar hier nooit meer overtroffen is.

Ondertussen noem ik mijzelf allang geen Elisabetta meer, Liesbeth is mijn naam en de enige concessie die ik wil doen is het spellen als Lisbet voor een afspraak bij de kapper bijvoorbeeld.

Om de pijn iets te verzachten spreek ik mijn achternaam wel altijd enigszins fonetisch uit, de G’s dan want de H van hotel krijgen ze er van mij altijd bij, al is het alleen maar omdat ik het wel kan uitspreken en zij niet!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Send this to a friend